Een kind met diabetes in het kinderdagverblijf. Moet een leidster die zich onzeker voelt over het moeten bepalen van de bloedsuikerwaarde dit aangeven bij haar leidinggevende.
In kinderopvang Assepoester is sinds kort Romana, een kindje van 3 met diabetes. Met de ouders zijn goede afspraken gemaakt over de speciale verzorging die Romana moet krijgen in verband met haar diabetes. Zo moet dagelijks haar bloedsuiker worden gecontroleerd en zo nodig moet er insuline worden toegediend. Twee leidsters doen de vaste begeleiding van Romana en voeren de handelingen in verband met de diabetes met Romana uit. Deze leidsters hebben van de ouders en de diabetesverpleegkundige uitgebreide instructies gehad over hoe ze moeten handelen en hoe ze moeten prikken om het bloedsuiker te meten.
De andere leidsters hebben allemaal informatie over diabetes op papier gekregen zodat deze ook weten wat de symptomen zijn van een hypo.
Het gaat allemaal heel goed. Met alle moderne apparatuur is het goed onder controle te houden en het is te zien dat Romano het erg leuk vindt in het kinderdagverblijf.
Het is belangrijk dat er meer leidsters zijn die Romana kunnen helpen en die dus ook deskundig zijn in het omgaan met diabetes. De leidinggevende heeft daarom ook twee andere leidsters aangewezen die ook het bloedsuiker van Romana moeten kunnen controleren. Yolanda is een van deze leidsters. Ze vindt het maar niets dat zij bloed moet prikken of verantwoordelijk is voor de bediening van de insulinepomp. Ze weet dat ze al staat te trillen als ze een druppel bloed ziet en ook bij andere ongevalletjes in het dagverblijf weet Yolanda van zichzelf dat ze niet zo goed is in het rustig blijven handelen.
Yolanda vraagt zich af wat ze moet doen. Moet zij tegen de hoofdleidster vertellen dat zij liever niet deze verantwoordelijkheid krijgt?
Kwalificaties MBO 2016
Kwalificatiedossier Pedagogisch WerkB1-K2-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid
- haalt betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid: zowel mondeling als schriftelijk;
- draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over;
- gebruikt passend taal
- en woordgebruik;
- gebruikt feedback om zich verder te ontwikkelen.
B1-K2-W2: Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg
- is zorgvuldig in het volgen van voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen;
- zet functioneel de eigen expertise in voor het verbeteren van de kwaliteit van de werkzaamheden;
- geeft actief gesignaleerde tekortkomingen in werkwijze door aan de juiste persoon.